vrijdag 28 mei 2010

Vaderlandsliefde

Afgelopen woensdagmorgen vroeg gaven de kleuterklassen een concert op school. Daniel deed natuurlijk mee en dus was ik al vroeg aanwezig in de schoolbibliotheek, samen met alle andere kleuterouders. Bij het officiële begin van de dag gingen al die ouders staan en met hun hand op hun hart zeiden samen met alle kinderen op school ‘‘I pledge allegiance to the flag of the United States of America and to the republic for which it stands...’ Zelfs Daniël stond netjes stil, met zijn hand op de juiste plek.
Iedereen keek in dezelfde richting, even dacht ik dat daar een tv stond met de schooldirecteur erop, maar ik begreep al snel dat all aanwezigen echt naar de vlag keken die in de bibliotheek hing; ‘... one nation under God indivisible, with liberty and justice for all.’
Ik wilde net opgelucht ademhalen dat het klaar was, het voelt toch een beetje ongemakkelijk want ik ga echt niet met mijn hand op mijn hart staan, maar wil ook niet uit de toon vallen, toen iedereen zich een kwartslag draaide en verder ging: ‘I pledge allegiance to the flag of Texas...’ Inderdaad, naast de stars and stripes, hing de Lonely Star van Texas.

Vaderlandsliefde is hier een serieuze aangelegenheid; de nationale trots op het eigen land een echt gevoelde emotie. Voordat een zwemwedstrijd kan beginnen, zingt iedereen eerst (staand, met die hand) het volkslied. De Boys Scouts komen langs de deur met de vraag of ze vanwege de komende feestdagen ook in onze tuin vlaggen mogen plaatsen.

‘Hebben jullie ook oranje vlaggen?’ wilde ik vragen, maar hield me in. Weten die jongens veel dat er aan de andere kant van de oceaan een miniatuurlandje is dat eens in de twee jaar ook wil laten zien dat het trots is op zichzelf, maar niet goed weet hoe het moet en dan maar gek doet.
Oké, oké, wij zullen ook oranje vlaggen te voorschijn gehalen, oranje hoedjes opzetten, onze wangen sminken en de nationale driekleur ophangen. ‘Omdat we dit keer zeker kampioen gaan worden in Zuid-Afrika,’ zullen we onze buren uitleggen.
Want je hebt Oranje toch wel op één gezet in je poule, of niet middelzus?

vrijdag 21 mei 2010

WK humor

"Mag ik al bijna beginnen eigenlijk?" vraagt Timo. Zoals gewoonlijk bij zijn vragen moet ik eerst even denken in welke richting zijn gedachten nu weer zijn afgedwaald. Maar het begint me nu al snel te dagen.."Nog niet, schat, je moet nog even wachten!"antwoord ik op de zalvende toon die ik normaal alleen voor de kinderen bewaar.

Ja, we zijn aan het aftellen, nog iets meer dan drie weken tot hét voetbalfestijn van de wereld losbarst. Tot het WK, met hoofdletters. Nog iets meer dan drie weken zonder dat de kleur oranje de hele dag op mijn netvlies brandt. Alhoewel, zo lang kan ik Timo vast niet tegenhouden...

Twee jaar geleden begon hij inderdaad een week of twee van te voren. De hele zaak werd volgehangen met honderden vlaggetjes, met tientallen ballonnen, met TV schermen, met toeters en met bellen. De muziekcomputer werd volgezet met de ene valse voetbalkraker na de ander. Nooit gedacht dat 'Viva Holandia' van Wolter Kroes zo'n hit zou worden. (Geef maar toe, je kent het nog steeds, ik hoor je alweer zachtjes zingen.) We waren er al met al toch een dag zoet mee om alles te versieren. Een week voor het EK begon, kwam het plaatselijke shantykoor een videoclip opnemen bij ons in de zaak. Het authentieke karakter van onze kroeg paste helemaal bij het sfeerbeeld van de clip. Maar, je raadt het al; al de oranje spullen moesten er eigenlijk even uit, die verpestten het plaatje..

Zes jaar geleden was ik net bevallen van Meike en deed dus niet helemaal mee met het feestgedruis. Ik ken het verhaal dan ook alleen van al die keren dat het wordt opgerakeld aan de bar: Om de feestvreugde te verhogen had Timo reuzeballonnen besteld, oranje uiteraard. Deze moest je opblazen, en daarna vullen met rijst voor het speciale geluidseffect. Timo blies de longen uit zijn lijf, en uiteindelijk was het gelukt; de reuzeballon was vol met lucht en rijst. Blij als een kind gooide hij de ballon in de lucht, waar dat ding vervolgens met een enorme klap uit elkaar sprong en de rijst tot in alle hoeken van de zaak te vinden was...

Om de spanning van alle 63 wedstrijden wat te vergroten, hebben ook wij een WK poule opgezet. Iedereen kan daaraan meedoen, gast of medewerker, jong of oud, vrouw of man. Natuurlijk vinden de mannen dat wij vrouwen de poule beter niet in kunnen vullen, want wij hebben daar toch geen verstand van. Ik moet toegeven dat ik deze weken regelmatig op www.vi.nl te vinden ben om dat beeld wat te kunnen weerleggen, maar helaas zijn er altijd vrouwen te vinden die ons geslacht genadeloos onderuit weten te halen. Zo ook Sietske, onze kokkin, niet van nature blond: het was maandagavond niet zo heel druk dus ze had wel even tijd om zich alvast te verdiepen in de WK poule. Na een studie van een uur, kwam ze met een vraag:"Die poule, hè, die moet ik voor het WK inleveren, hè? Hoe kan ik dan nu al weten wie er tegen elkaar moeten spelen in de halve finale?"

Het WK voetbal, in ieder geval goed voor een humoristische blog!

woensdag 19 mei 2010

Grijze haren

Ik heb mijn jongste tante aan de telefoon. Het gesprek komt op leeftijden en lekker direct zoals altijd, wrijft ze me me in: ‘Jij ben ook niet meer de jongste, hoor!’ Ik kaats de bal terug, ze is nog altijd tien jaar ouder dan ik, maar ondertussen heeft ze een snaar geraakt.
Als we besproken hebben wat we wilden bespreken en ik de telefoon weer in z’n standaardje zet, blijven de jaren in mijn hoofd zeuren. Natuurlijk heeft ze gelijk, ik ben zo’n beetje op de helft als ik geluk heb, maar haar toon suggereerde dat dat iets naars is, dat ouder worden.
Ik krijg inderdaad steeds meer rimpels, moet af en toe een avond vroeg naar bed om het leven met drie (of eigenlijk vier) energierijke jongens vol te houden, kan echt niet meer tegen meer dan twee glaasjes wijn en ga steeds vaker naar de kapper om het grijs te bedekken met zonnige hightlights, maar toch.
Ouder worden betekent toch vooral dat ik niet meer zoveel moet. Ik heb geen last meer van de sociale druk die zegt dat ik eigenlijk iets voor een goed doel moet doen. Die zegt dat het huishouden tiptop moet zijn, die zegt dat je elk weekend iets leuks en educatief verantwoords moet doen en minimaal één keer per week met die leuke vriendinnen, gekleed volgens de laatste mode, moet gaan lunchen. Ik heb het boek met de levensvragen en –dilemma’s op de wc allang vervangen door de Amerikaanse versie van de Flow: even lekker simpel lezen met de deur op slot.
Ouder worden betekent ook ervaren hebben dat het leven onverwachte wendingen maakt, die ik niet had gepland of voorzien. Opeens moest ik mijn keuze om carrière te maken bij de overheid herzien, toen bleek dat twee stijgende loopbanen niet samengingen met de extra zorg voor Daniël. Het is heerlijk om te ervaren dat ik de wijsheid heb opgebouwd om die onverwachte kanten te kunnen omarmen, er het beste uit te halen en er rust bij te vinden.

Maar het beste van alles is, dat ouder worden betekent dat ik geen dertig meer ben. Dat ik die nu of nooit keuzes die ik toen met een hoofdletter schreef, heb gemaakt; zodat daarna het echte leven kon beginnen. Succes jongste zus.

zondag 16 mei 2010

Keuzes

Uiteten gaan met twee getrouwde stellen, waarvan één zwanger. Luidkeels meezingen op de bruiloft van twee goede vrienden. De fles geven aan een baby van vier weken oud op een avondje met vrienden waarvan dit alweer de tweede is. Op een andere trouwerij horen dat een kennisje stiekem al acht weken zwanger is. Op kraamvisite bij een oud-teamgenootje die net bevallen is van een meisje. Via Hyves de ontwikkelingen van al die anderen met kinderen volgen. Het houdt maar niet op!
En als je denkt dat je er bent, BOEM! Weer één zwanger. Zelfs mijn collega die het hardste riep dat ze ab-so-luut nooit kinderen wilde, ja hoor! Zwanger.

Op de wc ligt ‘het Dertigersdilemma’ van Nienke Wijnants. Ja, ik weet het, ik ben ‘pas’ 27 jaar, maar dit boek geeft uitleg over het dilemma dat voorkomt tussen je 25e en 35e (!). Het gaat er eigenlijk om dat mijn generatie zo ontzettend veel keuzes heeft, dat keuzes maken eigenlijk een soort gemis met zich meebrengt. Dus doen we dat liever niet. Want als je voor een bepaalde baan kiest, kan je NOOIT meer een ander carrièrepad kiezen. Of als je nu aan kindjes gaat denken, kan je NOOIT meer carrière maken. En als je voor je carrière kiest... dan kan je NOOIT .... etc. etc. Maar dan zijn we er nog niet! Eigenlijk moeten we ook een jaren dertig woning hebben (die we zelf hebben opgeknapt), een mega goede vriendengroep waar je vaak mee uitgaat, een wereldreis maken, jong moeder worden, meedoen aan de goede doelenactie, een fantastische relatie onderhouden, een mega conditie hebben, het huishouden op orde hebben, een aparte hobby hebben, ons interesseren in kunsten, ying en yang en we moeten een liefdevolle familie hebben. Je snapt ‘m. We moeten, zullen en zouden dus ontzettend veel.

Leuke theorie allemaal en in het boek staan ook handige tips. Maar dan komt de praktijk. Wat kies je? Wat is het beste voor jou? Uiteindelijk kan je niet alles hebben, je MOET keuzes maken. Want keuzes maken geeft rust. Althans, dat zegt het boek. Maar snapt het boek ook dat keuzes maken juist het moeilijkste is! Wat kan ik? Wie ben ik? Ben ik tevreden met wat ik doe? Wat wil ik nu eigenlijk echt bereiken? Hoe oud/jong wil ik ...., etc etc.

Ook ik weet dat dit een fase is waar ik waarschijnlijk ooit een keer ga uitkomen. Maar wat ik me afvraag: hebben al die anderen deze vraagstukken ook gehad? Of is dit misschien HET GROTE GEHEIM onder de bijna-dertigers? Gewoon zeggen dat je alles wil en kan, maar ondertussen weten dat je zo snel mogelijk huisje-boompje-beestje wil. Ik snap er helemaal niets meer van.

woensdag 12 mei 2010

Troonrede

Natuurlijk begint ook mijn (werk)dag met het checken van de mail, met het bezoeken van funda om te kijken of er nog nieuwe huizen te koop staan in Woudsend (maar helaas, de teller staat al een poos op 28, jammer, oudste zus), met het scannen van marktplaats met dezelfde opdracht en met het lezen van de blog van Warmerschrijven.

Tenminste, als het terras bij het open doen van de deuren niet al vol zit met naar koffie verlangende toeristen. Toeristen die al ongeduldig door de ramen hebben gekeken of er beweging te zien is binnen, of die soms al op de ramen hebben geklopt om te kijken of we voor hen niet een uitzondering willen maken en de deur vroeger open willen doen. Of die al hun bestelling hebben doorgebeld vanaf het terras, zodat ze zo snel mogelijk aan hun warme drankjes kunnen nippen...
Maar dit terzijde.

En uiteraard staat bij ons op kantoor de computer de hele dag stroom te verbruiken en twitteren we er vrolijk op los met de Iphone, die overigens ook vaak wordt gebruikt voor het raadplegen van buienradar.

Maar, toch. Onze pa blogde er vrolijk op los vanuit Spanje, en we waren op de hoogte van zijn belevenissen, maar ik heb hem minstens drie weken niet echt gesproken.
Reserveringen gaan via de mail. Reageren we niet binnen acht uur, dan volgt er een mail met een licht boosaardig toontje.
In Woudsend is er een enorme rel ontstaan rondom het organiseren van de Sleepbootdagen. Helaas probeerden de betrokkenen via ellenlange mails de boel weer recht te trekken. Je zult begrijpen, dat dit niet lukte.
Als onze medewerkers vinden dat ze te veel moeten werken, of juist te weinig, vertellen ze me dat via de mail. Soms stuurt een afwasser om 17.30 uur een bericht over een of ander probleem, terwijl zij tot 17.00 uur heeft gewerkt en ik haar de hele dag heb gezien en gesproken.
Je kan het ze niet kwalijk nemen; zij zijn 15, 16 jaar en weten niet beter.

Maar eigenlijk vind ik het heel triest dat het blijkbaar steeds moeilijker wordt om gewoon met elkaar te praten. Ook als dat dingen zijn die moeilijk zijn om te vertellen. Dat het als gewoon wordt beschouwd om je gal te spuwen via het internet en dat je daarbij alle fatsoensnormen kunt laten varen. De keerzijde van de virtuele wereld is groot...

Ik voel me een beetje als Beatrix in de troonrede, maar ik ben blij dat oudste zus deze zomer weer naar Nederland komt en we gewoon onder het genot van een rosé'tje met elkaar kunnen kletsen!

dinsdag 11 mei 2010

Voelen

Zodra de kinderen de deur uit zijn om acht uur ’s ochtends, gaat inderdaad de laptop aan. Ook ik ga eerst even naar de twitterpagina: is er nog wat gebeurd in Woudsend of Beverwijk? Dan naar de email; zou de hoofdredacteur van dat ene blad waar ik zo graag een stukje in wil schrijven al gereageerd hebben? Het nieuws laat ik voor wat het is; de email met de middageditie van de Volkskrant komt bij mij ’s ochtends al binnen en dringt zich vanzelf op.
Als ik genoeg rondgeneuzd heb, ga ik aan het werk. Ik draai warm door een blog te schrijven en ga dan zitten voor het ‘echte’ werk. Onderwijl hou ik met een schuin oog m’n chatpagina’s in de gaten; onze paps is weer terug van vakantie en meestal meldt hij zich wel. Hij kan niet alleen een blog schijven, hij is ook een volleerd MSNner.
En inderdaad binnen een paar minuten licht mijn Messengericoontje op.
‘Ik heb nieuws,’ schrijft hij. Ik ben meteen alert: Zou ze zwanger zijn? Zouden ze eindelijk gaan trouwen? De jongste zus dan.
‘We hebben een nieuwe camper gekocht,’ komt er droog achteraan. Ik zak weer terug in mijn stoel; ook leuk.
Via een link bekijk ik op internet foto’s van de camper en klik dan de MSN-pagina weer omhoog om te laten weten dat het een mooie wagen is.

Het grappige is dat ik fysiek steeds hetzelfde doe, maar dat dat in mijn hoofd niet zo voelt. Met elke pagina die ik openklik zit ik in een andere wereld: de site met de camperfoto’s naast de site met een speech van Obama, even kletsen of roddels lezen en dan weer serieus met mijn artikel verder.
Ho ho, stop, wacht even: in mijn hoofd voelen? Is dat wat de nieuwste technologie met mij doet: dat ik in mijn hoofd ga voelen terwijl mijn vingers mechanisch over het toetsenbord gaan en mijn schouders verkrampen door het lange zitten? Voelen deed ik toch met mijn vingers of in mijn buik? Wat gebeurt er hier? Misschien wordt het tijd dat ik een oud bureautje ga opknappen.

maandag 10 mei 2010

Kan het nog steeds niet geloven

Thuis hadden we een computer waar we na veel biep, biep, triiing, gghhhh, piep piep piep en nog meer gghhhhrrr eindelijk het 'net' op konden. Je drukte een knop in en twintig seconden later gebeurde er ook daadwerkelijk iets.

In 2000 maakte ik een Hotmail account aan. Even later ook een Yahoo account. Maar veel deed ik niet met het internet - voornamelijk artikelen schrijven voor school en spelletjes spelen. Ik snapte de computer wel, maar de routebeschrijving voor het internet ontbrak een beetje. Hoe wist je nou welke URL je moest intoetsen? En welke informatie was nu waarheid en welke fictie?

Op TIO hogeschool hadden we maar twee pc's in de gang waar internet op zat - deze werden natuurlijk druk bezocht in de pauzes, want iedereen wilde zijn e-mail checken. Op de HES kregen we allemaal een eigen webmail account en maakten we dagelijks gebruik van het internet. Voor verslagen, examenuitslagen, presentaties bewerken, Hyves krabbels lezen, etc. etc. Informatie vonden we via Google en Yahoo search en toen we tegelijkertijd op uitwisseling gingen, maakte Robert een website voor me.

In die periode hielden we er als de drie gezusters een hele leuke e-mailuitwisseling op na. Oudste zus mailde over haar twee kids en haar baan in Den Haag, middelzus vertelde over haar zaak en over haar dochter van een paar maanden en ik mailde terug over mijn avonturen in Montréal.

Nu, vijf jaar later organiseer ik een social media workshop voor m'n collega's. Ze krijgen uitleg over het gebruik van ons merk op internet en de gedragsregels daaromtrent. Die avond belt oudste zus om tips en adviezen te krijgen over haar internetgedrag - ‘Is Twitter iets voor mij’ of ‘hoe kan ik mijn bedrijf beter promoten online’. Ondertussen lees ik de tweets van de vriend van middelzus, wat eigenlijk betekent dat ik (zijn) nieuws eerder via mijn iPhone lees, dan dat ik voorpagina-nieuws lees via het internet.

De evolutie van het internet gaat maar verder en verder. Pas nu ik deze blog schrijf, dringt het tot me door hoeveel we hebben geleerd in de afgelopen tien, vijftien jaar. En hoe snel we ons aanpassen.

Maar het meest ben ik onder de indruk van de dag dat m'n ouders belden om te vragen of ik een blog voor ze wilde aanmaken.

woensdag 5 mei 2010

Gestolen momenten

Vier weken heb ik er over gedaan. In het kantoor van ons restaurant, tussen de bedrijven door. Maar nu ie ie eindelijk af. Het oude bureautje uit ons ouderlijk huis is wit en roze geschilderd voor dochterlief. Nu moet ie alleen nog verplaatst worden van de zaak naar ons huis. Hoe lang zal dat duren?

Tijdens het vaarseizoen wordt mijn leven gedirigeerd door het ritme van onze restaurants. Vrijwel elke minuut is gepland, geen seconde wordt verkwist. "Vind je dat nou niet vreselijk?" vroeg jongste zus laatst, "dat je altijd aan het werk bent, dat je helemaal geen vrij hebt, dat je niet in de zomer bijvoorbeeld een keer naar de Efteling kan gaan?"

Nee, vreselijk is dat niet, want het voelt nog steeds niet als een verplichting. Als het druk is in de zaak, alles op rolletjes loopt en onze gasten en personeelsleden blij zijn, dan geeft dat veel voldoening. Bovendien is het ook onze manier van leven geworden. We werken en leven, leven en werken.

Maar af en toe is het ook voor mij even genoeg geweest. Dan wil ik even niet. Dan is het tijd voor een gestolen moment. Even onvindbaar, al is het maar vijf minuten. Stiekem de Flow lezen tijdens het eten koken, of op het toilet gaan zitten met een boek, tijdens het maken van de werkroosters even webshoppen, thuis de logeerkamer restylen terwijl ik eigenlijk de was moet doen, een oud bureau opknappen of een bijdrage leveren aan onze zussenblog.

Zonder die momenten zou ik niet kunnen werken. Of is dat nu juist de zin van werken; het hebben van gestolen momenten?

dinsdag 4 mei 2010

Stay at home mom

Kneuterig treinen bouwen met m’n jongste zoon.
Mee met het schoolreisje van de oudste naar het museum voor schone kunsten.
’s Middags om kwart over drie klaar zitten met appelsap met ijsklontjes en watermeloen (voor thee met koekjes is het hier te heet).
’s Avonds nog de energie hebben om te helpen bij het huiswerk te maken.
En energie om een discussie te voeren over een item op het jeugdjournaal.
Geen stress als de school belt dat er eentje ziek is, alleen een diepe zucht.
Bruin worden van de eerste spat voorjaarszon omdat je de hele dag op het bankje in de speeltuin kan zitten.
Geen boodschappen in het weekend, geen stapels was op zondagavond.
Alle foto’s netjes ingeplakt met namen en jaartallen.
De boekjes van Dikkie Dik voor de honderdste keer voorlezen als het regent.
Samen met de buurvrouw ’n tweede bakje koffie nemen.
Klassemoeder worden.
Lekker en gezond eten omdat je tijd hebt om te koken.
Tijd om alle Harry Potters achter elkaar uit te lezen.
Altijd alle rekeningen netjes op tijd betaald.
’t Voortouw kunnen nemen om een blog op te zetten.

Waarom werken jullie eigenlijk nog?