donderdag 27 januari 2011

Dat had ik ook


Het was even wennen dat mijn oude zwangerschapskleren nu toch nog opnieuw gedragen gaan worden. Het was even wennen dat jongste zus niet meer vol was van haar nominatie voor marketing talent van 2010, maar opeens SMSjes rondstuurde als: ‘wisten jullie Jan Simon i.u. ( in uitvoering) al 4,5 cm is?’ Het was even wennen dat ze echt bij alles wat we zeggen in tranen uit barst, maar nu heeft het idee zich gesettled en kunnen we los met ervaren-grote-zussen-advies en overal ‘ja dat had ik ook’ op zeggen.

Dus mailde ik terug dat ik weken alleen maar spinazie met aardappelpuree had gegeten, toen ze klaagde over het eten in Thailand. De geur van Oosterse eten was blijkbaar al genoeg om erg misselijk te worden. Best jammer als je in dat Oosten op vakantie bent.
Dus gaf ik advies over het brengen van ’t nieuws aan de grote baas. ’Wacht nog even, elf weken is misschien wat vroeg’, schreef ik op MSN. ‘Zorg dat je eerst beter weet wat je wilt.’
Dus belde ik meteen toen ik wakker werd om te vragen hoe de eerste afspraak bij de verloskundige was gegaan en herleefde de eerste keer dat ik Julian z’n hartje hoorde, meer dan tien jaar geleden.
Dus ging ik naar de GAP om het GAP-vest met de drie grote letters op de borst, in het kleinste maatje te kopen dat in de winkel hing. Ik had al bijna een roze gekocht, kon me nog net inhouden.
Dus plan ik de zomervakantie zo, dat we ruim voor de uitgerekende datum aankomen.
Dus stuurde ik de aanstaande ouders een email met dat ene onderwerp waar over moesten praten, waar ik niet omheen wilde draaien.

Want wat was het plan als het om prenatale testen ging? Ja, natuurlijk Daniël is een schatje, maar hij is ook ontzettend veel werk. En als ik al een keer ver in de toekomst durf te kijken, heb ik geen idee wat ons nog te wachten staat. Want wat als hij minder zelfstandig wordt dan we hopen en verwachten?
Dus legde ik mijn kaarten op tafel.
‘Maar,’ reageerde jongste zus, ‘ik zou nooit een abortus kunnen doen, dat kunnen we toch niet maken ten opzichte van Daniël.’
Ik legde haar uit dat dat wat ons betreft helemaal niets met Daniël te maken had. Daan is een eigen persoon en deel van ons gezin. Jongste zus en haar vriend krijgen een nieuw gezin in een nieuwe situatie, waar ze hun eigen beslissingen moeten nemen. Op een of andere manier was het van belang hen duidelijk te maken dat ze er los van Daan over moesten nadenken. Dat wij elke beslissing zouden accepteren en aanvaarden.

Gelukkig is alles goed met Jan Simon i.u. Mijn plagerige ‘dat had ik ook’-zinnen hadden ook heel anders kunnen klinken.

woensdag 19 januari 2011

Opkijken


Nee, mijn eerste blog sinds ik weet dat ik zwanger ben, gaat niet over m'n zwangerschap! Integendeel, wat weet ik nu van zwanger zijn? Ben het nog maar twaalf weken en na een beetje misselijk en moe zijn, een andere smaak ontwikkeld te hebben en me vol-le-dig anders te voelen is dat niets vergeleken met wat er nog gaat komen -denk ik-.

Oja, geen blog over zwangerschap.

Nee, een internationaal tintje dit keer.
Deze week ben ik voor m'n werk voor het eerst écht op pad. De maandelijkse tripjes naar Brussel en Antwerpen tellen hier niet mee. Nee, dit is de eerste keer in mijn IBM carrière dat ik een ticket moet boeken voor het bijwonen van een internationale bijeenkomst.
Heel erg gaaf, want de vergadering is in Parijs. Mijn meest favoriete Franse stad, omdat ik hier een aantal maanden heb mogen vertoeven op 19 jarige leeftijd. Parijs was één groot avontuur, van het ontdekken van de mini straatjes tot aan de nachtclubs en van p'tit café’s drinken in een typisch frans barretje tot wandelingen langs de Seine.

Tijdens mijn verblijf is mijn zwager me op komen zoeken – hij had voor het internationale bedrijf waar hij werkt een bijeenkomst in Eurodisney en had een avond vrijgenomen om met z’n schoonzus uiteten te gaan. Hij nam me mee naar een super luxe tent op de Champs d’Elysees, een tent waar ik noooooit zou zijn gaan eten. Ik keek op tegen het ‘corporate leventje’ dat hij leidde. Wat leek het me fantastisch om voor je werk te mogen reizen!

Nu, negen jaar later zit ik in Parijs in een luxe restaurant met m’n buitenlandse collega’s. Het Engels is geen probleem en ik switch snel naar ’t Frans om én indruk te maken én beleefd te blijven naar de Franse obers. Ik realiseer ineens dat mijn zwager dit toen ook deed en daarmee veel indruk op mij maakte. Het corporate leventje blijkt nu mijn leven te zijn en ik weet niet meteen of het me aantrekt. 's Avonds in het hotel bel ik naar huis en wil ik het liefst dáár zijn, op de bank.

Al schrijvend vraag ik me of dat corporate leventje me wel aanstaat. Dat het die hormonen zijn laat ik even in het midden. Want daar zou ik het niet over hebben.