donderdag 14 oktober 2010

Nooit


’t Nieuwste blog van jongste zus gezien? Ze gaat haar carrière een boost geven en heeft tussendoor ook een nieuw doel gevonden: marketingtalent van het jaar worden. Ze is er voor geïnterviewd; in december is het haar maand. Ze heeft ook een mentor die haar bij volgende stappen op de ladder gaat begeleiden.
Als ik ’t zo ‘ns van de zijlijn bekijk, is ze de dertigersblues helemaal te boven; ze heeft voor haar baan en carrière gekozen.

Wat een heerlijkheid.
Nooit drie weken achterelkaar zieke kinderen in huis die jouw bed (natuurlijk niet hun eigen) onderspugen en erger, poepen.
Nooit struikelen over een autootje dat plotseling midden in de kamer staat.
Nooit je schuldig voelen dat je niet gereageerd hebt op het briefje dat de klas van je zoon nog geen klassemoeder heeft en of je alsjeblieft...
Nooit op zoek naar de linkerschoen van het stel dat je oogappel beslist aan wil op het moment dat je vijf minuten geleden al naar school had moeten vertrekken.
Nooit drie wassen op één dag draaien omdat er morgen alweer een voetbalwedstrijd is.
Nooit voor de duizendste keer Dikkie Dik voorlezen, omdat die oranje kat ook de favoriet is van nummer drie.
Nooit naar iets anders luisteren in de auto dat je eigen muziek.
Nooit een uur bezig zijn met inpakken van de meest onmisbare spullen, zoals doekjes, flessen en reserveonderbroeken omdat je even naar de stad wilt.
Nooit weken van te voren hoeven te plannen om eindelijk een keer uit eten te gaan samen.
Nooit het restaurant een kwartier voor de reservering afbellen omdat de oppas plotseling ziek is.
Nooit lunches klaarmaken, terwijl het grut zit te ontbijten, je tegelijkertijd een boodschappenlijstje voor het avondeten maakt en er een glas melk omgaat.
Nooit ogen in je rug nodig hebben omdat er altijd wel iemand een stift in zijn handen heeft en de muren lichtgeel zijn.
Nooit politieagent spelen omdat ze constant ruzie maken.
Nooit hoeven kiezen tussen of Spongbob of the Wonderpets of Dora op TV.

Maar.
Ook nooit Puk van de Petteflet voorlezen en het weer leuk vinden.
Ook nooit uitgenodigd worden om waterthee te drinken uit miniscule plastic kopjes in een zelfgemaakte tent.
Ook nooit twee armpjes om je heen voelen: ‘ik vind jou lief mama.’

Er staat in mijn kledingkast een doos met zwangerschapskleren klaar. Zorgvuldig gewassen, gestreken en ingepakt. Er naast staat een wat kleinere doos met de liefste babykleertjes –ook netjes gewassen en gestreken- in maat 50 en 56. Zouden ze echt nooit meer gebruikt gaan worden?