dinsdag 29 juni 2010

Strand

Rode, witte, met vlekken, zonder vlekken, grote, kleine, grote ‘eilanden’, kleine ‘eilandjes’, met stof, zonder stof. Allerlei soorten en maten tieten vind je op het strand. Het maakt tegenwoordig niet meer uit hoe je er uit ziet, als je ’t maar laat zien. Of je nu dik, dun of misvormd bent, size doesn’t matter.
Afgelopen weekend was het natuurlijk hartstikke warm, dus... de nederlandse kust lag ermee bezaaid. We keken onze ogen uit.

Naast al het neerlands schoon wat je ongevraagd toegeworpen krijgt (“in your face!”), heb je ook dat andere soort: kinderen. Denk ik aan ‘t strand, dan denk ik aan zon, een warme wind over je huid en zo nu en dan een roseetje met ijs. Denken gezinnen aan ’t strand dan denken ze: volksverhuizing!! Schepjes, emmertjes, handdoeken, maxi cosi, spelcomputers, oosterse salades, tenten, zwembad (?!!), bandjes, eten, appelsap, rosé, bier, luiers, ALLES moet mee. Stel dat je wat vergeet. Want dan... tjsa wat dan? Dan loopt je kind in een vieze romper, of dan heeft je zoontje even geen Playstation tijd meer omdat de tweede set batterijen op zijn. Nou én. Who cares? Lekker in de zee spelen, of kastelen bouwen. Mmm...

“Ik hoor jou nog wel als ’t zo ver is”, hoor ik nu m’n zussen denken. En ze hebben misschien wel gelijk ook. Maar dat geef ik natuurlijk niet toe.
Stiekem hoop ik zo’n relaxte moeder te worden, die haar hand niet omdraaid voor een dagje strand met acht kids. Eentje die haar huis altijd aan kant heeft, de was altijd opvouwt (en strijkt!) en ook nog een loving wife is. Eentje die een vijfdaagse werkweek easily kan combineren met ’t opvoeden van een handje peuters.
Terug op ’t strand kijk ik naar m’n strandtas. Jeetje, wat zit ‘ie vol. Gesneden groente, fruit, flessen water, strandlakens, ‘n boek, zonnebrand, zonnebril, theezakjes, iPod, extra bikini, ....

Ach, wie weet. Ooit.

dinsdag 15 juni 2010

SatC

Met vier weken voetbal voor de boeg besloot ik mezelf vorige week al bij voorbaat te belonen. (Uiteraard in de hoop en de verwachting daar later niet genadeloos voor te worden gestraft, maar dat is weer een ander verhaal, toch, oudste zus?) Ik ging eens ouderwets naar de film en wel naar Sex and the city! De serie kan ik zo langzamerhand wel dromen, het werd tijd voor wat echter werk.

In de bioscoop in Sneek, op maandagavond, met een handjevol seksegenoten, hebben we genoten van een avondje puur vermaak. De film had, net zoals het Nederlands elftal gisteren, op het eerste gezicht weinig diepgang, maar maakte dat goed door erg grappig te zijn. Samantha is hilarisch in haar typetje van op sex-beluste-in-de-overgang-zijnde-vijftiger en ook de andere drie dames zijn nog even humoristisch als in de duizend afleveringen op TV.

Maar uiteindelijk vloeide er ook een traan. In een geweldige dialoog tussen Miranda en Charlotte geven de dames, nippend aan de zoveelste cocktail, huilend aan elkaar toe dat het zorgen voor kinderen weleens uitputtend is en niet altijd zoveel voldoening geeft als iedereen je doet geloven. Ik kon me hierin helemaal vinden, vooral toen Charlotte ook nog eens uitriep: "En dan heb ik ook nog een au pair! Toen ik bang was dat mijn man me bedroog met onze au pair, was mijn eerste gedacht niet; o, nee, niet mijn man, maar o, nee, ik wil mijn au pair niet kwijt...!"

Onze seksegenoten in de bioscoop waren allemaal een end jonger dan wij. Ze kwamen stuk voor stuk mooi uitgedost in de hipste kledij de donkere bioscoopzaal binnen, waar trouwens geen man te vinden was. Die jonge dames keken duidelijk met een andere bril dan wij naar de belevenissen van de vier oudere dames. Bij hen geen identificatie met Charlotte, en ongetwijfeld al helemaal niet met Samantha. Gelukkig voor hen hadden de makers van de film zich ook uitgesloofd op het visuele vlak; de kleding, de make up, de woningen, de meubels, de hotels, de mannen, alles was even aantrekkelijk.

Maar ik vermoed dat ze een groot gedeelte van 'de moraal van het verhaal' hebben gemist, en dat is een gemiste kans. En daar had het Nederlands elftal dan weer geen last van!

woensdag 9 juni 2010

Nederlandse taal

De Nederlandse taal werd ons met de paplepel ingegoten. Helemaal niet moeilijk, het ging gewoon vanzelf. De of het? Als ukkie was het even zoeken, maar na een paar jaar kletsen kregen we er gevoel voor en nu doen we het automatisch goed.
Sterke werkwoorden vervoegen? Alleen een peuter zegt ‘ik loopte de trap op’ en ‘ik heb geklimd in de speeltuin’. Het gevoel komt vanzelf en tegen de tijd dat peuter kleuters worden in groep 1, gaan die werkwoorden goed. Net als met het verschil tussen de of het. De Nederlandse taal lijkt dus gemakkelijk.
Pas nu ik Julian help met het leren van Nederlands als tweede taal, zie ik de hobbels. Praten gaat best; maar schrijven is een heel ander verhaal. Schrijf je nu paard of paart, met een lange staart of staard? Waarom is komen met één o en rood met twee, terwijl je allebei de keren dezelfde klank hoort? Gelukkig kennen deze problemen regels, zodat ik het Julian uit kan leggen en hij snapt hoe het zit.
Een heel ander verhaal is de categorie dezelfde klank, andere letter. Want het valt niet uit te leggen wanneer je een ch schrijft en wanneer een g. Net zoals er geen regels zijn waarom het touw is en geen tauw en blauw en geen blouw. Ja, je ziet het onmiddellijk, maar dat komt alleen maar door het jarenlang gebruik van de taal.
Indezelfde categorie is er nog een lelijke instinker. Floddertje schreef ooit met letters op de kale hoofden van vriendjes toen het heel warm was: wij ijsen eis. Gelukkig stond de juf van school erbij, anders waren er veel kinderen opgegroeid zonder te weten dat het wij eisen ijs moet zijn.
Diezelfde schooljuf is ook nu weer nodig. Want, tja, het is best een hele prestatie om die berg te beklimmen, ik neem mijn petje er voor af. En ik geloof best dat de Alpe d’Huez stijl heeft, maar volgens mij, lieve jongste zus, is ie vooral heel erg steil.

maandag 7 juni 2010

En dan moet je

En dan sta je onderaan de berg. Half 6 's ochtends, al maanden een grote bek dat je die 'puist' minstens twee keer gaat beklimmen op een dag, want je hebt 't vorig jaar immers ook één keer gered. Jaaaa... maar dan moet je het dus nog doen.

Het ging al mis voordat de eerste bocht in zicht kwam - 250 fietsers tegelijkertijd op de rechterrijbaan en een vrachtwagen die er links langs wilde. Hilarisch! Al die wielrenners met hun 'klikschoenen' vielen één voor één om, tegen de bergwand aan. Mijn geluk: ik had een mountainbike en daardoor geen klikschoenen.
Dat was de eerste 50 meter. Daarna lachte ik niet meer...die berg is namelijk stijl. En niet een klein beetje, nee, hij is gewoon STIJL. Je begint met bocht 21 en eindigt 1,5 km na bocht 1. Het meest vervelende aan deze telling is dat je dus meteen weet waar je aan toe bent. Bocht 17 = nog 17 bochten afzien. Bocht 11 = nog 11, maar bocht 9 = 'nog maar' 9 bochten afzien, je zit onder de tien. Het is allemaal één groot psychologisch spel. Word je ingehaald, dan baal je flink. Haal jij iemand in, dan voel jij je goed. Noemen de mensen aan de kant je naam, dan fleur je op. Kijken ze allemaal naar Leontien van Moorsel die voor je rijdt, dan baal je. Zij kan het al! Ik niet!

Uiteindelijk was de eerste beklimming eigenlijk zo voorbij. Het was nog zo vroeg, dat ik het in een (slaap)waas heb meegemaakt. De tweede beklimming daarentegen viel mega zwaar tegen. Met recht een kutberg. Hij leek wel 2 x zo lang en 3 x zo stijl. Grrr.. Zelfs lekkere muziek in de iPod hielp niet meer. Omstanders kregen een snauw en al die inhalers konden me gestolen worden. Dit was niet leuk meer! Elke andere bocht moest ik wéér stoppen. Ik kon niet meer. Wat een loser. 5 km per uur gemiddeld, shit... dat wordt dus de hele dag bikkelen. M'n rug deed zeer, m'n kniebanden werden steeds pijnlijker, m'n handen werden ruw, het zweet drupte onder m'n helm vandaan, m'n rug zeiknat. Ja, ik kwam mezelf lekker tegen.
Net na de finish stonden m'n ouders en binnen 2 sec. stond ik te huilen. Wat een grap die berg. Dit doe je niet als je een normaaldenkendmens bent. Mama begon natuurlijk ook te grienen..zij vond het alleen maar knap van me.

Na een kopje thee, een rugmassage (met wat licht gekraak van de rugwervels) viel ik als een blok in slaap op een stoel. Lekker in het zonnetje - ik was klaar! Ik had 't ook verdiend! Twitter werd automatisch ge-update en de felicitaties stroomden binnen.

En dan, dan komt het besef dat je misschien nog wel een keertje kan. Lichamelijk niet, maar ik moest toch een keer aantonen dat ik karakter had? En had ik niet stiekem met m'n grote mond lopen verkondigen dat ik "twee keer zeker, en drie keer proberen" zou doen??? Teamgenootje Ilona was immers ook al drie keer op en neer geweest, ondanks dat ze maar twee keer zou gaan. "Klinkt wel stoer als je kan zeggen dat je nog een keer bent geweest", wrijft papa er nog eens in. Ohhhkeee... daar gingen we weer. Stijf van de spierpijn en een vermoeide onderrug - hup! Op de fiets en naar beneden. Vrrroeeeemmm.

Bij bocht 20 kwam er een meisje naast me fietsen. "Jij hebt een lekker rustig tempo, mag ik naast je fietsen? Ik red 't anders niet". Een kortstondige vriendschap werd gesloten. We hadden van alles gemeen - ongeveer zelfde leeftijd, ervaring met Friesland, werkend in de IT... 2,5 uur hadden we nodig om elkaar te leren kennen. In bocht 7 besloten we samen de finish te halen. Al kletsend over familie, vrienden, werk, Alpe d'HuZes, gemeenschappelijke kennissen, bereikten we bocht 6, 5, 4, 3, 2, 1... Met een grote glimlach en met elkaars handen in de lucht reden we de finishlijn over. Wat een gevoel en wat een blijdschap! De derde keer ook gehaald!

dinsdag 1 juni 2010

Leeftijd

Als je goed hebt opgelet, heb je allang ontdekt dat jongste zus met recht jong genoemd wordt. Zij is onze benjamin, werd geboren toen ik begon te puberen. Ze was een geweldige baby, met in haar eerste zomer de meest bruine babybenen die je ooit heb gezien. Ik vond haar vanaf dag één fantastisch en dat gevoel is nooit meer verdwenen.

Als kleine meid namen oudste zus en ik haar mee op 'Zussendag'. We gingen van dierentuin naar rondvaartboot en van toch een stiekem terrasje pikken naar de film. Uiteraard zouden we deze traditie in ere houden, maar je raadt het al; vorig jaar kwamen we niet verder dan een middagje Sneek. Of; zoals jongste zus het zegt: "Een uur bij de Rabobank, een kwartier lunchen en nog een kwartier shoppen...."

Toch hebben we veel gedeeld in al die jaren. Véél ontzettende giechelbuien, omdat we nu eenmaal dezelfde flauwe humor hebben. Tot verbazing van onze pa konden we op sommige momenten werkelijk overal om lachen. We hebben samen gewerkt, samen gehuild, samen gekookt en veel samen gegeten en gedronken...

Maar door de afstand tussen onze huizen delen we in het dagelijks leven weinig. Bovendien verschillen onze ritmes door onze verschillende leefstijlen. Als ik 's avond eet met de kindjes, rijdt zij net van haar werk naar huis en als zij in het weekend iets van vrije tijd heeft, ben ik in beslag genomen door de zaak. We lopen elkaar daardoor regelmatig mis en er gaan weken voorbij zonder contact.

En nu, aan de vooravond van haar grote moment, de beklimming van de Alpe d'Huez voor de stichting Alpe d'Huzes voelt dit niet goed. Daarom, Arlet, voor één keer in het openbaar: ik vind je nog steeds geweldig, ook als volwassen vrouw. Ik ben ongelooflijk trots op de prestatie die je hier neer gaat zetten, maar ik ben nog veel trotser op de enorme inzet waarmee je de afgelopen maanden aan dit project hebt gewerkt. Chapeau!